iPod touch - Wi-Fi

background image

Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk

Met de Wi-Fi-instellingen bepaalt u of de iPod touch gebruikmaakt van lokale Wi-Fi-netwerken
om verbinding te maken met het internet. Wanneer de iPod touch is verbonden met een Wi-Fi-
netwerk, geeft het Wi-Fi-symbool ( ) in de statusbalk boven in het scherm de sterkte van de
verbinding aan. Hoe meer streepjes, des te sterker is het signaal.

Als u verbinding hebt gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, maakt de iPod touch automatisch
verbinding met dit netwerk als het apparaat zich binnen het bereik bevindt. Als er zich meerdere
bekende netwerken binnen het bereik bevinden, maakt de iPod touch verbinding met het
netwerk dat het laatst is gebruikt.

U kunt met de iPod touch een nieuw AirPort-basisstation configureren, zodat u thuis of
op kantoor gebruikt kunt maken van de Wi-Fi-voorzieningen. Zie “Een AirPort-basisstation
configureren” op pagina 111.
Wi-Fi in- of uitschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Wi-Fi'.

110

background image

Instellen dat de iPod touch u vraagt
of u verbinding met een nieuw
netwerk wilt maken

Tik op 'Instellingen' > 'Wi-Fi' en schakel 'Vraag om verbinding' in of uit.
Als 'Vraag om verbinding' is uitgeschakeld, moet u voor internettoegang
handmatig verbinding maken met een netwerk als een eerder gebruikt
netwerk niet beschikbaar is.

De iPod touch een netwerk laten
vergeten, zodat er geen verbinding
mee wordt gemaakt

Tik op 'Instellingen' > 'Wi-Fi' en tik op

naast een netwerk waarmee u

eerder verbinding hebt gemaakt. Tik vervolgens op 'Vergeet dit netwerk'.

Verbinding maken met een
gesloten Wi-Fi-netwerk

Om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk dat niet wordt
weergegeven in de lijst met gevonden netwerken, tikt u op 'Instellingen' >
'Wi-Fi' > 'Anders' en geeft u vervolgens de netwerknaam op.
Om verbinding te kunnen maken met een gesloten netwerk, moet u de
naam, het wachtwoord en het beveiligingstype van het netwerk weten.

De instellingen voor verbinding
met een Wi-Fi-netwerk wijzigen

Tik op 'Instellingen' > 'Wi-Fi' en tik op

naast een netwerk. U kunt een

HTTP-proxy instellen, gegevens voor een statisch netwerk opgeven, BootP
inschakelen of de instellingen van een DHCP-server vernieuwen.

Een AirPort-basisstation configureren

Met een AirPort-basisstation kunt u thuis of op school een Wi-Fi-verbinding of een klein
bedrijfsnetwerk opzetten. Met de iPod touch kunt u een nieuw AirPort Express-basisstation,
AirPort Extreme-basisstation of een Time Capsule configureren.
De AirPort-configuratie-assistent gebruiken: Tik op 'Instellingen' > 'Wi-Fi'. Tik in het gedeelte
'Configureer een AirPort-basisstation' op de naam van het basisstation dat u wilt configureren.
Volg de instructies op het scherm.

Bepaalde oudere AirPort-basisstations kunnen niet met een iOS-apparaat worden geconfigureerd.
Raadpleeg de documentatie die bij het basisstation is geleverd voor configuratie-instructies.

Als het basisstation dat u wilt configureren niet wordt weergegeven, controleert u of het
basisstation op het stopcontact is aangesloten, dat u zich binnen het bereik van het basisstation
bevindt en of het niet al is geconfigureerd. U kunt alleen basisstations configureren die nieuw zijn
of opnieuw zijn ingesteld.

Als uw AirPort-basisstation al is geconfigureerd, kunt u met de app AirPort-
configuratieprogramma (verkrijgbaar in de App Store) de instellingen van het basisstation
wijzigen en de status ervan controleren.

Berichtgevingen

Pushberichtgevingen worden in Berichtencentrum weergegeven en worden gebruikt om u te
waarschuwen als er nieuwe informatie beschikbaar is, zelfs wanneer de app niet actief is. De
berichtgevingen verschillen per app en kunnen tekst- of geluidsmeldingen zijn of een getal op
het appsymbool in het beginscherm.